Maldoror’s Straat-Flow
Yo Eerste Flow
Yo Bar 1
Yo, hoop dat de sky het dropt, dat de lezer, flex dapper en effe shaky als wat hij checkt, zijn dikke pad vindt door die donkere, zieke pagina’s, zonder te mokken, yalla.
Want als hij geen vette logica en ‘n kop meeneemt die net zo strak is als zijn parra, dan zuigen die dodelijke vibes van dit boek zijn ziel op als water suiker, habibi.
Ain’t chill voor elke cat om deze pagina’s te checken die nu komen — maar paar gaan dit bitter tori proeven zonder te crashen, yo.
Dus, shaky-ass ziel, voor je dieper in deze onbekende woestijn duikt, draai je hakken naar achter, niet naar voor, woella.
Luister goed wat ikspit
: draai je hakken naar achter, niet naar voor, zoals de ogen van ‘n zoon die respectvol wegkijkt van zijn mama’s dikke gezicht;Want als hij geen vette logica en ‘n kop meeneemt die net zo strak is als zijn parra, dan zuigen die dodelijke vibes van dit boek zijn ziel op als water suiker, habibi.
Ain’t chill voor elke cat om deze pagina’s te checken die nu komen — maar paar gaan dit bitter tori proeven zonder te crashen, yo.
Dus, shaky-ass ziel, voor je dieper in deze onbekende woestijn duikt, draai je hakken naar achter, niet naar voor, woella.
Luister goed wat ik
of meer zoals ‘n lange rij shaky kraanvogels, die diep nadenken, in de winter hard door de stilte vliegen, vleugels strak, naar ‘n punt aan de horizon, waar ineens ‘n rare, flex wind opsteekt, die ‘n storm aankondigt.
De oudste kraanvogel, die solo de front hold, ziet dat, schudt haar kop als ‘n slimme chick — haar snavel klappert ook, pissed (ik zou ook niet chill zijn in haar spot, habibi) —
terwijl haar oude nek, kaal zonder veren en oud als drie kraanvogel-crews, beweegt in shaky golven die de storm al voelen aankomen.
Na chill naar alle kanten te hebben gekeken met ogen vol ervaring, draait ze voorzichtig als eerste (want zij is de chick die haar staart aan de dommere kraanvogels showt) met ‘n sharp kreet, als ‘n droevige wachter die de vijand wegjaagt,
en flex swenkt ze de punt van die geometrische vorm die ze maken — misschien ‘n driehoek, maar de derde kant die deze rare vogels in de lucht vormen, zie je niet — naar links of rechts, als ‘n slimme kapitein;
en met vleugels die niet groter lijken dan die van ‘n mus, want ze is niet domme, neemt ze zo ‘n andere, diepe en veiligere route, yo.
Yo Bar 2
Yo, lezer, misschien wil je dat ik gelijk hate spuw vanaf de start met dit ding, yo!
Wie zegt dat je ‘t niet gaat sniffen, gedrenkt in mad plezier, zo lang je bock hebt, met je proud-ass snuitgaten, wijd en mager, terwijl je op je buik flipt als ‘n haai in die fly-ass zwarte lucht, alsof je snapt hoe big deze move is en hoe je legit honger ook niet klein is, die rode vibes langzaam en king-like opslurpt?
Ik zeg je, habibi, ze gaan die twee shapeless gaten in je ugly-ass snuit lit maken, jij monstre, als je eerst lockt en drieduizend keer achter elkaar de verdoemde conscience van de Eeuwige inademt!
Je snuitgaten, mega uitgerekt van diepe blijheid en stille extase, gaan de ruimte niet om wat beters vragen, nu ruikend als wierook en cologne enzo;
want ze gaan vol zitten met pure blijheid, zoals de engelen die chill in de dope glans en vrede van die sweet hemelen, yalla.
Wie zegt dat je ‘t niet gaat sniffen, gedrenkt in mad plezier, zo lang je bock hebt, met je proud-ass snuitgaten, wijd en mager, terwijl je op je buik flipt als ‘n haai in die fly-ass zwarte lucht, alsof je snapt hoe big deze move is en hoe je legit honger ook niet klein is, die rode vibes langzaam en king-like opslurpt?
Ik zeg je, habibi, ze gaan die twee shapeless gaten in je ugly-ass snuit lit maken, jij monstre, als je eerst lockt en drieduizend keer achter elkaar de verdoemde conscience van de Eeuwige inademt!
Je snuitgaten, mega uitgerekt van diepe blijheid en stille extase, gaan de ruimte niet om wat beters vragen, nu ruikend als wierook en cologne enzo;
want ze gaan vol zitten met pure blijheid, zoals de engelen die chill in de dope glans en vrede van die sweet hemelen, yalla.
Yo Bar 3
Yo, ik ga in paar lines droppen hoe Maldoror goed was in zijn vroege dagen, livin’ helemaal happy enzo — done deal. Dan clockte hij dat hij fucked-up geboren was: wat ‘n wild-ass fate! Hij hield die shit zo lang hij kon op slot, voor mad jaren; maar uiteindelijk, omdat dat holdin’-in niet zijn natural flow was, rushte het bloed elke dag naar zijn dome, tot hij die life niet meer kon tanken en dook headfirst in het evil game — sweet-ass lucht, yo! Wie had dat gedacht? Wanneer hij ‘n kleine kid met die rozige wangen kuste, itchte hij om ze eraf te snijden met ‘n razor, en hij had ‘t mad times gedaan, als Justice, met z’n long-ass crew van straffen, hem niet elke keer had geblockt. Hij was geen leugenaar — hij ownte die waarheid en spit dat hij wreed was. Jullie mensen, horen jullie dat? Hij durft ‘t weer te zeggen met deze shaky-ass pen! Dus er is ‘n power groter dan willpower — damn vloek! ‘n Steen die de regels van gravity wil skippen? Nah, habibi, onmogelijk. Zelfde shit als het kwaad met het goede wil linken — onmogelijk. Dat zei ik eerder, yalla.
Yo Bar 4
Yo, sommige cats schrijven om dat geklap van mensen te chasen, met die fancy-ass hart vibes die ze dreamen of misschien wel hebben. Ik flip mijn genius om de dope-ass joys van cruelty te painten! Ain’t geen quick-fade, fake-ass kicks — nah, deze joys startten met de mens en gaan met hem stoppen. Kan ‘n genius niet linken met cruelty in die secret-ass plannen van de Providence? Of omdat je wreed bent, kan je geen genius hebben? Jullie gaan de proof in mijn bars zien — up to you om te tunen, als je down bent… Mijn bad, habibi, voelde alsof mijn haar effe stond op mijn dome — maar het is chill, ik heb dat shit gesmoothed met mijn hand, no sweat. De cat die deze rhymes spit zegt niet dat zijn joints wat brand-new zijn — nah, hij flext hard omdat de wild-ass, nasty thoughts van zijn main dude in elk head daarbuiten zitten, yalla.
Yo Bar 5
Yo, ik heb mijn hele life — ain’t missin’ één — deze narrow-ass shoulder dudes gezien die mad dumb moves pullin’, hun mensen fuckin’ up en zielen twistin’ op elke way die ze kunnen. Ze noemen wat hen pusht glory enzo. Bij het zien van die mess, wou ik cracken zoals de rest, maar die weird-ass copycat vibe? Nah, kon ‘t niet. Ik grabbed ‘n blade met ‘n sharp-ass edge en slicede mijn vlees waar mijn lippen hooken. Voor ‘n hot sec dacht ik dat ik ‘t nailed. Checkte mijn grill in de spiegel, helemaal fucked-up door mijn eigen hand! Dat shit was off, yo! Bloed dat heavy uit beide cuts pourde blockte me om te zien of dat echt hun lach was of niet. Maar na ‘n quick-ass compare, clockte ik dat mijn lach niet leek op die van mensen — ik was niet eens aan ‘t lachen, habibi. Heb die cats gezien met nasty-ass heads en wild ogen diep in donkere holtes, die de hardheid van rots outdoen, de stijfheid van gesmolten staal, de wreedheid van haaien, de cockiness van jonge punks, de rage van crooks, het verraad van fakes, de wildste actors, de grit van priesters, en de meest low-key, ice-cold dudes van aarde tot hemel — die moralisten burnen door hun hart te cracken en die high-up, no-mercy wrath pullin’ down. Heb ze allemaal tegelijk gezien, soms throwin’ de hardste fist naar de hemel, zoals ‘n twisted-ass kid die hatin’ on z’n mama, prolly hyped door ‘n hell spirit, ogen vol met burnin’ regret en haat, stayin’ ice-quiet, te shaky om de big, ondankbare thoughts uit te spitten die hun chest hield, zo vol met wrong en horror dat ze de mercy God sad maakten; andere keren, elk uur van de dag van kid days tot.
Yo Bar 6
Yo, je moet je nails vijftien dagen growen. Man, hoe sweet-ass is ‘t om ‘n kid brutaal uit z’n bed te snatchen — lil’ homie zonder fuzz op z’n lip nog — en met ogen wide as fuck, fake-ass mijn hand smooth over z’n head te runnen, terwijl ik z’n pretty haar naar achter push! Dan, bam, wanneer hij ‘t ‘t minst ziet comin’, sink ik die long-ass nails diep in z’n soft-ass chest, zodat hij niet croakt — want als hij dies, habibi, kan ik later z’n misery niet peepen. Dan sip je dat bloed, lickin’ die cuts; en terwijl die shit poppin’ is — zou zo lang moeten duren als de eternity, yo — blijft de kid bawlin’. Ain’t nothin’ zo hit als z’n bloed, pulled zoals ik ‘t net laid down, nog hot — ‘less z’n tears, salty-ass en bitter. Homie, heb je nooit je eigen bloed tasted toen je per ongeluk je finger slicede? Dat shit is fire, toch — want ‘t heeft geen taste. Plus, remember je niet die ene keer, lost in je dark-ass thoughts, je scooped-out hand tegen je fucked-up face pressin’, nat van wat uit je ogen droppin’ was; dan die hand rollin’ straight naar je mouth, suckin’ die tears hard, shakin’ zoals de tanden van ‘n scared-ass kid die side-eyin’ de dude die geboren is om hem te fuck over? Die tears hit goed, toch — ze hebben die vinegar kick. Net als tears van degene die ‘t meest van je houdt; maar de tears van ‘n kid tasten beter op de tongue, yo. Hij snitcht niet, kent evil nog niet — degene die ‘t meest houdt? Die gaat je flippen sooner or later… Ik guess dat shit door hoe ‘t lines up, ook al get ik niet wat friendship of love zelfs is (prolly ga ik nooit met ze viben — least niet van humans). Dus, omdat je eigen bloed en tears je niet gaggen, feast — feast met no doubt — op de tears en het bloed van deze youngin’. Blindfold z’n ass terwijl je z’n twitchin’ flesh ript; en na hours van ‘t horen van die dope-ass screams, zoals de wild-ass groans die dyin’ fools let out in ‘n fight, dan, steppin’ back zoals ‘n landslide, bounce je uit de kamer naast ‘m, actin’ alsof je komt om hem te saven. Je untiet z’n handen, allemaal swole met nerves en veins die poppin’ zijn, je geeft sight terug aan z’n crazy-ass ogen, en begint weer z’n tears en bloed te licken. Dat is wanneer de guilt real as fuck voelt! Die divine spark in ons, die zo rare pops off — te damn late! Hart burstin’ om de innocent die je fucked over te patch up: “Lil’ homie, die net wreed-ass pain took, wie heeft deze crime op jou pulled — ik kan ‘t niet eens namen dat shit! Poor bastard! Je moet bad hurtin’ zijn! Als je moms dit wist, zou ze niet dichter bij dyin’ zijn — wat die guilty cats haten — dan ik nu ben. Man, wat is goed en evil eigenlijk? Eén thing dat we met rage spitten om te laten zien dat we weak-ass zijn, tryna hitten de infinite met de wildste moves? Of twee different vibes? Yeah… laat ‘t maar één thing zijn… want anders, wat gebeurt met mij als judgment drops! Lil’ homie, forgive me; ik ben de dude die voor je noble, sacred face staat die je bones smashte en je flesh tore dat hangin’ off je body. Was ‘t mijn sick-ass head die trippin’ was, of ‘n deep-down urge die ik niet kan reason uit — zoals ‘n eagle z’n catch ript — dat me pushed tot deze crime? Toch was ik net zo hurtin’ als mijn prey! Lil’ homie, forgive me. Als we uit dit quick-ass life zijn, wil ik dat we voor de eternity twisted up zijn, één being, mijn mouth locked aan de jouwe. Zelfs dan is mijn payback niet full. Je gaat mij tear up, zonder ooit te stoppin’, met teeth en nails tegelijk. Ik deck mijn body met sweet-smellin’ wreaths voor dit sorry-ass sacrifice; en we gaan allebei hurten — ik door gettin’ ripped, jij door mij te rippen… mijn mouth locked aan de jouwe. Yo, lil’ homie met dat blond haar en soft ogen, ga je nu doen wat ik je tell? Zelfs als je ‘t niet wilt, ik need dat je ‘t doet, en ‘t gaat mijn conscience chill maken.” Na al dat droppin’, heb je ‘n human fucked up en nog steeds get love van diezelfde cat — dat’s de dopest happiness die je kan dream up. Later kan je hem in ‘n hospital tossen — want de busted-up kid kan z’n bread niet hustlen. Ze gaan je goed noemen, en die laurel crowns en gold medals gaan je bare-ass feet hiden, scattered over dat big-ass tomb met z’n old face. Yo, jij, wiens name ik niet wil writen op deze pagina die de holiness van crime blesset, ik weet dat jouw forgiveness big was als de universe. Maar ik? Ik kick nog, yalla!
Yo Bar 7
Yo, ik heb ‘n deal cut met prostitution om chaos in families te fuck up, straight-up chaos shit. Ik clock die nacht voor deze wild-ass hookup. Zag ‘n tomb recht voor me. Hoorde ‘n glowworm, big-ass als ‘n crib, talkin’ tegen me: “Ik ga je lighten, habibi. Peep de words. Dit top-dog order komt niet van mij.” Toen hit ‘n huge blood-red glow, waardoor mijn jaw clackte en mijn armen dead-ass limp dropte, stretchin’ tot aan de edge van de sky. Ik leaned tegen ‘n busted-up wall want ik ging crashen, en ik las: “Hier ligt ‘n youngin’ die kicked it van TB — jullie weten waarom. Pray niet voor hem.” De meeste cats prolly hadden niet mijn balls voor dat. Ondertussen rolled up ‘n fine-ass naked chick en laid aan mijn feet. Ik hit haar met ‘n sad-ass look: “Je kan stand, yo.” Gaf haar de hand waarmee ‘n bro-killer z’n sis slits. Glowworm piped up tegen mij: “Yo, grab ‘n rock en smash haar.” “For what?” shot ik terug. Hij hit me: “Watch jezelf — weakest hier, want ik ben de strongest. Deze heet Prostitution, bruv.” Tears in mijn ogen, rage pumpin’ mijn chest, ik voelde ‘n new-ass strength kick in. Snatched ‘n fat-ass rock; na mad grind liftte ik ‘t barely naar mijn chest, toen slung ik ‘t op mijn shoulder met beide armen. Climbed ‘n mountain naar de top — smashte die glowworm vanaf daar. Z’n head sank ‘n man’s deep in de dirt; de rock bounced up zo high als zes kerken. Landed in ‘n lake, waters dropped voor ‘n sec, spinnin’ hard, carvin’ ‘n big-ass upside-down cone. Shit calmed back down aan de top; dat blood-red light quit shinin’. “Man, wat de fuck! Wat de fuck!” yelled de fine naked chick. Ik told haar: “Ik pick jou boven hem — ik feel voor de fucked-up ones. Ain’t jouw fault dat eternal justice jou zo cooked up.” Ze hit me terug: “Op ‘n dag gaan folks mij mijn due geven — ik zeg je niet meer. Laat me bouncen, mijn endless-ass hurt diep in de zee hiden. Alleen jij en die nasty-ass freaks die crawlen in die black pits haten niet op mij. Je bent goed, fam. Peace, jij die van me hield!” Ik hollered naar haar: “Peace! Nog één keer — peace! Ik ga altijd van je loven!... Vanaf vandaag ditch ik de virtue, yo.” Daarom, y’all people, als jullie die winter wind horen cryin’ over de zee en langs de edge, of boven die big-ass cities die al forever mournen voor mij, of door die cold-ass polar spots, say: “Dat ain’t de spirit van God die rollin’ through — ‘t is just prostitution z’n sharp-ass sigh mixin’ met de deep groans van de Montevidean.” Lil’ homies, ik tell jullie dit. Dan, vol met mercy, hit je knees; en laat die cats, meer dan lice daarbuiten, long-ass prayers spitten, yalla.
Yo Bar 8
Yo, onder dat moonlight glow, bij de zee, in die lonely-ass backwoods spots, zie je alles turnin’ yellow, blurry, en wild-ass, diep in wat bitter-ass thoughts. Shadows van trees — quick de ene sec, slow de volgende — runnin’, comin’, bouncin’ back in allerlei shapes, flattenin’ out, huggin’ de dirt tight. Vroeger, toen mijn young-ass wings me lieten flyin’, had dat shit me dreamin’, voelde weird as fuck; nu ben ik eraan used, habibi. De wind moant door de leaves met die sad-ass notes, en de owl dropt z’n heavy-ass cry, makin’ hair stand up voor iedereen die ‘t catcht. Dan die dogs, flipped-out crazy, snap hun chains, bust loose van far-off farms; ze tearin’ door de fields, this way and that, wildin’ out. All a sudden, ze freezen, scopin’ elke side met die fierce-ass worry, ogen blazin’; en net als elephants, ‘fore ze check out, throwin’ één last look naar de sky in de desert, hun trunk desperate liftin’, ears floppin’ dead, laten deze dogs hun ears flop dead, jerk hun heads up, puff out hun scary-ass necks, en beginnen te barkin’ — one after another — zoals ‘n kid yellin’ voor food, of ‘n cat gut-stabbed op ‘n roof, of ‘n chick die ‘n baby gaat poppen, of ‘n plague-hit fool dyin’ in ‘t hospital, of ‘n young-ass girl die ‘n dope-ass tune zingt — tegen de stars in ‘t north, east, south, west; tegen de moon; tegen de mountains, die er van ver uitzien als big-ass rocks chillin’ in de dark; tegen die cold-ass air die ze suckin’ hard, turnin’ hun nose insides red en hot; tegen de dead-ass quiet van de nacht; tegen de owls, die swoopin’ low en hun snouts grazin’, ‘n rat of frog in hun beak snatchin’ — live grub, sweet voor hun lil’ ones; tegen de hares, die ghostin’ in ‘n flash; tegen de thief, die boltin’ op z’n horse na ‘n job te hebben pulled; tegen de snakes, die de brush rattlin’, hun skin laten shaken en teeth laten grind; tegen hun eigen barks, die hen zelf de shit scaren; tegen de toads, die ze met ‘n quick-ass chomp smashen (why hebben ze het swamp geditcht, yo?); tegen de trees, met leaves die soft swayin’ zijn, vol mysteries die ze niet kunnen figure, tryna te peepen met die sharp-ass, smart ogen; tegen de spiders, hangin’ tussen hun long-ass legs, die climbin’ op trees om te bouncen; tegen de crows, die de hele dag geen eats hebben gescoord, en floppin’ terug naar ‘t nest met tired-ass wings; tegen de rocks aan de shore; tegen de flickerin’ lights up op ghost-ship masts; tegen dat low-ass rumble van de waves; tegen de big-ass fish, die swimmin’, hun black backs flashin’ ‘fore divin’ deep; en tegen de dude die hen caged. Na dat tearin’ ze weer door de fields, leapin’ met bloody-ass paws over ditches, paths, grass, rocks, en steep-ass stones. Je zou denken dat ze rabid zijn, huntin’ ‘n big-ass pond om hun thirst te kill. Hun long-ass howls hebben de nature shook. Tough luck voor die late-ass traveler! Die graveyard homies gaan hem jumpen, rip hem up, chow down met hun bloody-drippin’ mouths — want hun teeth ain’t fucked-up, yo. Wild beasts, te chickenshit om mee te doen aan ‘t feast van flesh, peelen out zo ver als je kan zien, shakin’. Paar hours later, die dogs — burnt out van overal runnin’, half-dead, tongues hangin’ out — turnen op elkaar, no clue wat ze doin’, tearin’ in ‘n thousand pieces, fast as fuck. Ain’t ‘bout cruelty, though. Op ‘n dag, met die glassy-ass ogen, hit mijn moms me: “Als je in bed bent en die dogs hoort barkin’ daarbuiten, duck onder je blanket, clown niet wat ze up to — ze hebben die mad-ass thirst voor de infinite, zoals jij, zoals ik, zoals alle pale-faced, long-ass humans. Zelfs let je post up bij ‘t window om dat dope-ass show te checken.” Sindsdien hold ik de wish van mijn dead chick down. Ik, net als die dogs, crave dat infinite shit… Kan ‘t niet — kan ‘t niet fill dat crave, yo! Ze say ik ben ‘n kid van man en woman — blows my damn mind… dacht dat ik meer was dan dat! Maar who gives a fuck waar ik vandaan kom? Als ‘t aan mij lag, was ik liever de son van de shark chick, hunger ridin’ met storms, en de tiger, known voor bein’ a beast — ik zou niet zo wicked zijn. Jullie die naar me staren, step back — mijn breath spit poison-ass vibes. Ain’t nobody gezien die green-ass wrinkles op mijn forehead, of die bones die uit mijn skinny-ass face stickin’ out, zoals ribs van ‘n big-ass fish, of rocks langs de shore, of die steep-ass Alps waar ik vroeger roamde toen mijn hair ‘n different shade had. Wanneer ik creep rond spots van folks op stormy nights, ogen burnin’, hair whippin’ in de wind, lone als ‘n rock in ‘t middle van ‘t road, cover ik mijn messed-up face met ‘n piece van velvet, black-ass zoals soot in de chimney — geen ogen mogen de ugly-ass shit clocken die de Top Dog, met ‘n mean-ass grin, op mij heeft slapped. Elke mornin’, wanneer de sun pops up voor alle anderen, throwin’ joy en warm-ass feels overal in de nature, terwijl mijn face niet eens twitcht, starin’ hard in die dark-ass void, crouched diep in mijn fave cave, high van despair alsof ‘t liquor is, claw ik mijn shredded-ass chest met mijn strong hands. Still, ik weet dat ik niet rabid ben! Still, ik weet dat ik niet de enige ben die hurtin’! Still, ik weet dat ik breathin’, yo! Zoals ‘n doomed-ass dude die z’n strength testin’, thinkin’ ‘bout z’n fate, ‘bout om die scaffold te climben, stand ik op mijn straw bed, ogen shut, slow-rollin’ mijn neck right naar left, left naar right, voor hours — drop niet dead stiff. Every now and then, wanneer mijn neck niet meer één kant op kan rollen en de andere kant op flips, peek ik quick naar de horizon door die rare-ass gaps in de thick brush die de entrance blockt — zie shit! Nothin’ — ‘cept fields die spinnin’ met trees en long-ass lines van birds die de sky cuttin’. Dat fucks with mijn bloed en mijn head, yo… Wie smackt mijn dome met ‘n iron-ass bar, zoals ‘n hammer die ‘t anvil hittin’?
Yo Bar 9
Yo, ik ga spit deze serieuze, koude-ass tori hard, geen feels erin, yalla. Jullie, clock wat erin zit, en pas op voor die zware steek die het dropt, als ‘n litteken in je shaky koppen.
Denk niet dat ik ga crashen, want ik ben nog geen bones, en ouwe age zit niet op m’n dome. Dus skip die zwaan-ass praat over m’n life die wegvliegt — zie alleen ‘n beest voor je, en ik ben chill dat je m’n face niet kan peepen. Toch is die minder gruwelijk dan m’n ziel, habibi.
Maar ik ben geen crook… Genoeg daarover. Niet lang terug zag ik de zee weer, liep over scheepsdekken, en m’n memories zijn sharp als gister. Toch, als je kan, blijf chill zoals ik met deze read die ik nu al spijt heb dat ik drop, en bloos niet als je denkt aan wat ‘t hart van ‘n mens is.
Yo, poulpe met die zijde-ass ogen! Jij, wiens ziel locked is met de mijne; jij, de flyste gast op deze aardbol, runnin’ ‘n harem van vierhonderd ventouses; jij, waar die sweet connect-vibes en holy shit chillen als thuis, waarom ben je niet hier met mij, je belly van kwik tegen m’n chest van aluminium, samen op ‘n rots aan de shore, om dit dope spektakel te checken waar ik wild van ben, yo!
Ouwe zee, met die crystal golven, je lijkt — qua size — op die blauwe vlekken op de kapotte ruggen van mousses; je bent ‘n mega blauw gesmeerd op ‘t lijf van de aarde — ik dig die vibe. Eerste peep op jou, ‘n lange sad-ass zucht, alsof je chill bries fluistert, rolt over m’n shaky ziel, laat dikke sporen achter, en je hit je lovers hun koppen — vaak zonder dat ze ‘t clocken — met die zware start van ‘n mens, waar hij pain leert kennen die nooit bouncet. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, je smooth-ass bolle vorm, die wiskunde z’n serieuze kop laat grinnen, doet me te veel denken aan menselijke ogen — tiny als die van ‘n zwijn, rond als nachtvogels met die strakke rand. Maar de mens noemt zichzelf fly door alle eeuwen heen. Ik zeg, hij gelooft dat alleen door ego; hij is niet echt fly en hij weet ‘t — anders waarom kijkt hij met zoveel shade naar z’n maat? Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, jij bent ‘t teken van same-ass shit: altijd real met jezelf. Je flipt niet op ‘n dikke manier, en als je golven ergens wildin’ zijn, ergens anders zijn ze chill as fuck. Jij bent niet zoals ‘n mens, die stopt op straat om twee pitbulls te zien vechten, maar ghost als ‘n begrafenis langsrolt; vanmorgen open, vanavond zuur; vandaag lacht, morgen huilt. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, ain’t onmogelijk dat je toekomst-ass shit in je gut verstopt voor de mens. Je gaf ‘m al de whale. Je laat gierige science-ogen niet makkelijk je secrets clocken — je blijft low-key. De mens flext non-stop over petty shit. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, die andere vissen die jij voedt, hebben geen fam-eed gezworen. Elke soort chilt apart. Hun vibes en vormen, die per crew flippen, leggen strak uit waarom ‘t eerst lijkt op ‘n glitch. Zelfde shit met de mens, maar hij heeft niet die excuses. Dertig mil cats op ‘n stuk land, en ze denken dat ze hun buren moeten skippen, die vastzitten als wortels op ‘t volgende stuk. Van groot naar klein, elke dude leeft als ‘n savage in z’n spot, komt zelden eruit om z’n maat te checken, die chilt in ‘n ander hol. Die dikke fam van mensen? ‘n pipe dream voor de slapste logica. En jouw fertile golven geven die shady vibe, want je denkt gelijk aan die mad cats, shady tegen de Schepper, die hun kids uit hun broke shit dumpen. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, je mega size matched alleen met de juice die nodig was om al je massa te droppen. Je kan niet in één peep gepakt worden. Om je te checken, moeten ogen hun scope langzaam rond alle vier horizon spots spinnen, zoals ‘n wiskunde-cat die algebra kraakt, elke case apart checkt voor hij ‘t fixt. De mens vreet dope shit en trekt andere moves — waard beter lot — om thick te lijken. Laat die cute-ass kikker zich opblazen zoveel ze wil. Chill — ze matcht jouw bulk niet; dat denk ik tenminste. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, je water is bitter-ass. Precies dezelfde taste als de shade die gasten op kunst, science, alles spitten. Als iemand genius heeft, noemen ze ‘m dumb; als ‘n ander fly gebouwd is, is ‘t ‘n nasty bult. Zeker, de mens moet z’n flaws hard voelen — driekwart z’n eigen fuck-up — om zo te shaden! Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, zelfs met hun slick moves hebben mensen nog niet je zware drops gemeten, niet eens met science-shit; jij hebt spots waar de langste, heaviest sondes niet bij kunnen. Vissen rollen daar… niet de mens. Ik vraag me vaak af wat makkelijker te clocken is: jouw drop of ‘t hart van ‘n mens! Mad keren, hand op m’n dome, op schepen terwijl de maan rockte tussen masten, betrapte ik mezelf — alles skippend behalve die chase — grindend om deze zware shit te kraken! Ja, wat is dieper, harder te peepen: zee of hart? Als dertig jaar life de schaal kantelt, mag ik zeggen dat, ondanks je drop, de zee niet matcht met ‘t dark-ass gat van ‘t mensenhart. Ik childe met goede gasten. Ze crashten op zestig, en iedereen hollerde: “Ze deden recht op aarde — gaven charity; dat’s alles, niet slick, iedereen kan ‘t.” Wie snapt waarom twee lovers, gister nog wild, door één foute woord splitten — één naar ‘t oosten, één naar ‘t westen — met shade, payback, liefde, en guilt, elkaar nooit meer linken, elk in hun lone-ass pride. Dat’s ‘n daily miracle, nog steeds wild. Wie snapt waarom we niet alleen de grote ellende van iedereen diggen, maar ook de kleine hurts van onze tightste maten, terwijl we er toch kut van worden? Laatste feit: de mens zegt fake ja en denkt nee. Daarom vertrouwen die hogs van humanity elkaar zo mad en zijn niet selfish. Psyche-shit heeft nog ‘n long-ass weg te gaan. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, je bent zo power dat gasten ‘t de zware manier leerden. Ze gooien al hun brain-ass moves op je — nog steeds runnen ze je niet. Ze vonden hun boss. Ik zeg, ze vonden wat tougher is dan zij. Dat ding heeft ‘n name — zee! De fear die je dropt, laat ze je props geven. Toch laat je hun heaviest schepen dancen met flow, class, en ease. Je laat ze flippen sky-high en droppen diep in je turf — circus-cats worden jaloers. Ze boffen als je ze niet voor altijd in je wild-ass golven wrappen, op weg — geen trein — om te checken hoe vissen chillen in je natte guts, en hoe zij zelf holden. De mens zegt: “Ik ben sharper dan de zee.” Misschien; best real; maar de zee is scarier voor hem dan hij voor haar — hoeft geen proof. Deze ouwe watcher, kickin’ sinds de eerste dagen van de aarde, grinnikt pity-style als hij schepengevechten van crews ziet. Honderd beesten uit mensenhanden. Dikke orders van bazen, yells van gewonden, knallen — lawaai om paar seconden te killen. Drama’s done, lijkt ‘t, en de zee slikte alles. Die muil is beast. Moet wide-ass zijn daarbeneden, richting ‘t unknown! Om deze dumb-ass show te cappen — niet eens dope — zie je, hoog in de lucht, ‘n stork, late door moeheid, holleren: “Yo, wacht effe!… Dat’s kut! Zwarte spots waren daar; ik knipperde — ze weg.” Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, dikke loner, terwijl je door de chill-ass stilte van je turf rolt, flext je real op je dope-ass shine en de real props die ik je drop. Smooth door de soft-ass flows van je king-ass traagheid — de flyste shit die de top-juice je gaf — stretch je, diep in ‘n dark-ass mystery, over je hele dope oppervlak, die unreal golven, wetend dat je forever-ass juice chill is. Ze rollen strak, met quick gaps. Eén zakt, ‘n ander riset, met dat sad-ass schuim dat smelt, ons tellen dat alles schuim is, yo. (Zo crashen mensen, levende golven, één voor één, boring-ass style, zonder noise.) Vogels chillen erop, trust, riden die proud-ass moves tot hun wings weer juice hebben voor die sky-trip. Ik zou willen dat menselijke vibe alleen jouw shine was. Ik vraag mad, en deze real-ass wens is dope voor jou. Jouw deep size, spiegel van ‘t infinite, is huge als de thoughts van ‘n denker, de liefde van ‘n chick, de flyness van ‘n vogel, de dreams van ‘n dichter. Jij bent finer dan de nacht, yo. Hit me terug, zee — wil je m’n fam zijn? Shake hard… harder… nog meer, als je wilt dat ik je stack met God’s payback; stretch die pale-ass claws, cuttin’ door je eigen chest — dat’s ‘t. Drop die scary-ass golven, nasty-ass zee, alleen ik get je, en ik bow voor je knees. Menselijke vibe is geleend — hij swayt me niet; jij wel. Yo, als je rollt, high en wild, gewrapped in die twist-ass coils als ‘n fierce magier, golven op golven stackend, wetend wat je bent, terwijl je — diep uit je gut, alsof je crushed bent door heavy-ass guilt die ik niet kan clocken — dat low-ass growl dropt dat mensen bangen, zelfs als ze je safe checken, shaky op de shore, dan zie ik dat ‘t recht om mezelf je match te noemen niet van mij is. Daarom, voor je dikke game, zou ik je al m’n love geven (en niemand weet hoeveel fire m’n chase voor flyness heeft), als je me niet kut liet denken aan m’n cats, de sharpest-ass joke naast jou, de wildste clash die creation ooit zag — kan je niet loven, ik shade je, yo. Waarom kom ik terug, thousandth keer, naar je chill-ass armen die openen, m’n hot-ass dome coolen, die fever killen bij contact? Ik ken je hid-ass fate niet; alles aan jou gript me. Zeg me dan, ben jij de spot van de dark prince? Zeg ‘t… zeg ‘t, zee (alleen aan mij, om die illusion-cats niet kut te maken), als Satan z’n breath die storms maakt die je zoute golven naar de wolken droppen. Je moet ‘t spillen, want ik zou viben als ik weet dat de hel zo dicht bij de mens is. Ik wil dat dit m’n laatste drop is in deze call. Dus, één keer nog, ik salute je en bounce! Ouwe zee, met die crystal golven… M’n ogen wet-ass met dikke tranen, en ik heb niet de juice om door te gaan; want ik voel dat ‘t tijd is om terug te rollen naar die rough-ass mensen — maar wacht! Laten we pushen en onze fate doen met dat duty-gevoel. Ik salute je, ouwe zee!
Denk niet dat ik ga crashen, want ik ben nog geen bones, en ouwe age zit niet op m’n dome. Dus skip die zwaan-ass praat over m’n life die wegvliegt — zie alleen ‘n beest voor je, en ik ben chill dat je m’n face niet kan peepen. Toch is die minder gruwelijk dan m’n ziel, habibi.
Maar ik ben geen crook… Genoeg daarover. Niet lang terug zag ik de zee weer, liep over scheepsdekken, en m’n memories zijn sharp als gister. Toch, als je kan, blijf chill zoals ik met deze read die ik nu al spijt heb dat ik drop, en bloos niet als je denkt aan wat ‘t hart van ‘n mens is.
Yo, poulpe met die zijde-ass ogen! Jij, wiens ziel locked is met de mijne; jij, de flyste gast op deze aardbol, runnin’ ‘n harem van vierhonderd ventouses; jij, waar die sweet connect-vibes en holy shit chillen als thuis, waarom ben je niet hier met mij, je belly van kwik tegen m’n chest van aluminium, samen op ‘n rots aan de shore, om dit dope spektakel te checken waar ik wild van ben, yo!
Ouwe zee, met die crystal golven, je lijkt — qua size — op die blauwe vlekken op de kapotte ruggen van mousses; je bent ‘n mega blauw gesmeerd op ‘t lijf van de aarde — ik dig die vibe. Eerste peep op jou, ‘n lange sad-ass zucht, alsof je chill bries fluistert, rolt over m’n shaky ziel, laat dikke sporen achter, en je hit je lovers hun koppen — vaak zonder dat ze ‘t clocken — met die zware start van ‘n mens, waar hij pain leert kennen die nooit bouncet. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, je smooth-ass bolle vorm, die wiskunde z’n serieuze kop laat grinnen, doet me te veel denken aan menselijke ogen — tiny als die van ‘n zwijn, rond als nachtvogels met die strakke rand. Maar de mens noemt zichzelf fly door alle eeuwen heen. Ik zeg, hij gelooft dat alleen door ego; hij is niet echt fly en hij weet ‘t — anders waarom kijkt hij met zoveel shade naar z’n maat? Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, jij bent ‘t teken van same-ass shit: altijd real met jezelf. Je flipt niet op ‘n dikke manier, en als je golven ergens wildin’ zijn, ergens anders zijn ze chill as fuck. Jij bent niet zoals ‘n mens, die stopt op straat om twee pitbulls te zien vechten, maar ghost als ‘n begrafenis langsrolt; vanmorgen open, vanavond zuur; vandaag lacht, morgen huilt. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, ain’t onmogelijk dat je toekomst-ass shit in je gut verstopt voor de mens. Je gaf ‘m al de whale. Je laat gierige science-ogen niet makkelijk je secrets clocken — je blijft low-key. De mens flext non-stop over petty shit. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, die andere vissen die jij voedt, hebben geen fam-eed gezworen. Elke soort chilt apart. Hun vibes en vormen, die per crew flippen, leggen strak uit waarom ‘t eerst lijkt op ‘n glitch. Zelfde shit met de mens, maar hij heeft niet die excuses. Dertig mil cats op ‘n stuk land, en ze denken dat ze hun buren moeten skippen, die vastzitten als wortels op ‘t volgende stuk. Van groot naar klein, elke dude leeft als ‘n savage in z’n spot, komt zelden eruit om z’n maat te checken, die chilt in ‘n ander hol. Die dikke fam van mensen? ‘n pipe dream voor de slapste logica. En jouw fertile golven geven die shady vibe, want je denkt gelijk aan die mad cats, shady tegen de Schepper, die hun kids uit hun broke shit dumpen. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, je mega size matched alleen met de juice die nodig was om al je massa te droppen. Je kan niet in één peep gepakt worden. Om je te checken, moeten ogen hun scope langzaam rond alle vier horizon spots spinnen, zoals ‘n wiskunde-cat die algebra kraakt, elke case apart checkt voor hij ‘t fixt. De mens vreet dope shit en trekt andere moves — waard beter lot — om thick te lijken. Laat die cute-ass kikker zich opblazen zoveel ze wil. Chill — ze matcht jouw bulk niet; dat denk ik tenminste. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, je water is bitter-ass. Precies dezelfde taste als de shade die gasten op kunst, science, alles spitten. Als iemand genius heeft, noemen ze ‘m dumb; als ‘n ander fly gebouwd is, is ‘t ‘n nasty bult. Zeker, de mens moet z’n flaws hard voelen — driekwart z’n eigen fuck-up — om zo te shaden! Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, zelfs met hun slick moves hebben mensen nog niet je zware drops gemeten, niet eens met science-shit; jij hebt spots waar de langste, heaviest sondes niet bij kunnen. Vissen rollen daar… niet de mens. Ik vraag me vaak af wat makkelijker te clocken is: jouw drop of ‘t hart van ‘n mens! Mad keren, hand op m’n dome, op schepen terwijl de maan rockte tussen masten, betrapte ik mezelf — alles skippend behalve die chase — grindend om deze zware shit te kraken! Ja, wat is dieper, harder te peepen: zee of hart? Als dertig jaar life de schaal kantelt, mag ik zeggen dat, ondanks je drop, de zee niet matcht met ‘t dark-ass gat van ‘t mensenhart. Ik childe met goede gasten. Ze crashten op zestig, en iedereen hollerde: “Ze deden recht op aarde — gaven charity; dat’s alles, niet slick, iedereen kan ‘t.” Wie snapt waarom twee lovers, gister nog wild, door één foute woord splitten — één naar ‘t oosten, één naar ‘t westen — met shade, payback, liefde, en guilt, elkaar nooit meer linken, elk in hun lone-ass pride. Dat’s ‘n daily miracle, nog steeds wild. Wie snapt waarom we niet alleen de grote ellende van iedereen diggen, maar ook de kleine hurts van onze tightste maten, terwijl we er toch kut van worden? Laatste feit: de mens zegt fake ja en denkt nee. Daarom vertrouwen die hogs van humanity elkaar zo mad en zijn niet selfish. Psyche-shit heeft nog ‘n long-ass weg te gaan. Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, je bent zo power dat gasten ‘t de zware manier leerden. Ze gooien al hun brain-ass moves op je — nog steeds runnen ze je niet. Ze vonden hun boss. Ik zeg, ze vonden wat tougher is dan zij. Dat ding heeft ‘n name — zee! De fear die je dropt, laat ze je props geven. Toch laat je hun heaviest schepen dancen met flow, class, en ease. Je laat ze flippen sky-high en droppen diep in je turf — circus-cats worden jaloers. Ze boffen als je ze niet voor altijd in je wild-ass golven wrappen, op weg — geen trein — om te checken hoe vissen chillen in je natte guts, en hoe zij zelf holden. De mens zegt: “Ik ben sharper dan de zee.” Misschien; best real; maar de zee is scarier voor hem dan hij voor haar — hoeft geen proof. Deze ouwe watcher, kickin’ sinds de eerste dagen van de aarde, grinnikt pity-style als hij schepengevechten van crews ziet. Honderd beesten uit mensenhanden. Dikke orders van bazen, yells van gewonden, knallen — lawaai om paar seconden te killen. Drama’s done, lijkt ‘t, en de zee slikte alles. Die muil is beast. Moet wide-ass zijn daarbeneden, richting ‘t unknown! Om deze dumb-ass show te cappen — niet eens dope — zie je, hoog in de lucht, ‘n stork, late door moeheid, holleren: “Yo, wacht effe!… Dat’s kut! Zwarte spots waren daar; ik knipperde — ze weg.” Ik salute je, ouwe zee!
Ouwe zee, dikke loner, terwijl je door de chill-ass stilte van je turf rolt, flext je real op je dope-ass shine en de real props die ik je drop. Smooth door de soft-ass flows van je king-ass traagheid — de flyste shit die de top-juice je gaf — stretch je, diep in ‘n dark-ass mystery, over je hele dope oppervlak, die unreal golven, wetend dat je forever-ass juice chill is. Ze rollen strak, met quick gaps. Eén zakt, ‘n ander riset, met dat sad-ass schuim dat smelt, ons tellen dat alles schuim is, yo. (Zo crashen mensen, levende golven, één voor één, boring-ass style, zonder noise.) Vogels chillen erop, trust, riden die proud-ass moves tot hun wings weer juice hebben voor die sky-trip. Ik zou willen dat menselijke vibe alleen jouw shine was. Ik vraag mad, en deze real-ass wens is dope voor jou. Jouw deep size, spiegel van ‘t infinite, is huge als de thoughts van ‘n denker, de liefde van ‘n chick, de flyness van ‘n vogel, de dreams van ‘n dichter. Jij bent finer dan de nacht, yo. Hit me terug, zee — wil je m’n fam zijn? Shake hard… harder… nog meer, als je wilt dat ik je stack met God’s payback; stretch die pale-ass claws, cuttin’ door je eigen chest — dat’s ‘t. Drop die scary-ass golven, nasty-ass zee, alleen ik get je, en ik bow voor je knees. Menselijke vibe is geleend — hij swayt me niet; jij wel. Yo, als je rollt, high en wild, gewrapped in die twist-ass coils als ‘n fierce magier, golven op golven stackend, wetend wat je bent, terwijl je — diep uit je gut, alsof je crushed bent door heavy-ass guilt die ik niet kan clocken — dat low-ass growl dropt dat mensen bangen, zelfs als ze je safe checken, shaky op de shore, dan zie ik dat ‘t recht om mezelf je match te noemen niet van mij is. Daarom, voor je dikke game, zou ik je al m’n love geven (en niemand weet hoeveel fire m’n chase voor flyness heeft), als je me niet kut liet denken aan m’n cats, de sharpest-ass joke naast jou, de wildste clash die creation ooit zag — kan je niet loven, ik shade je, yo. Waarom kom ik terug, thousandth keer, naar je chill-ass armen die openen, m’n hot-ass dome coolen, die fever killen bij contact? Ik ken je hid-ass fate niet; alles aan jou gript me. Zeg me dan, ben jij de spot van de dark prince? Zeg ‘t… zeg ‘t, zee (alleen aan mij, om die illusion-cats niet kut te maken), als Satan z’n breath die storms maakt die je zoute golven naar de wolken droppen. Je moet ‘t spillen, want ik zou viben als ik weet dat de hel zo dicht bij de mens is. Ik wil dat dit m’n laatste drop is in deze call. Dus, één keer nog, ik salute je en bounce! Ouwe zee, met die crystal golven… M’n ogen wet-ass met dikke tranen, en ik heb niet de juice om door te gaan; want ik voel dat ‘t tijd is om terug te rollen naar die rough-ass mensen — maar wacht! Laten we pushen en onze fate doen met dat duty-gevoel. Ik salute je, ouwe zee!
Yo Bar 10
Yo, je gaat me niet peepen op m’n laatste tick (drop dit op m’n death-ass bed) met preachers om me heen. Ik wil crashen, smooth door die wild-ass golven van de zee, of posted op ‘n berg… ogen up — nah, ik weet dat m’n wipeout full-on wordt. Ain’t geen mercy voor mij, habibi.
Wie crackt de deur van m’n dead-ass kamer? Ik zei no-damn-body mag binnen. Wie je ook bent, bounce; maar als je denkt dat je pain of shaky vibes op m’n hyena-mug ziet (ik drop die line, ook al is ‘n hyena flyer dan ik en chiller om te checken), snap dit — stap op, fam.
We zitten in ‘n winter-nacht, shit smasht overal, gasten bangen, en ‘n youngin’ plottet ‘n hit op z’n maat, als hij is zoals ik in m’n wild dagen was. Laat die wind, met z’n whiny-ass howls die mensen sad maken sinds wind en cats bestaan, vlak voor m’n finale gasp, me oppakken op z’n bony-ass wings, me haulen door de wereld, hyped voor m’n end.
Ik ga nog viben, low-key, op al die kut moves van mensen (’n bro houdt van peepen naar z’n crew z’n dirt). Arend, kraai, die forever-ass pelikaan, wild eend, roamin’ kraanvogel — woke, shaky van de kou — zien me rollen in dat bliksemlicht, ‘n creepy-ass, grinnin’ ghost. Ze gaan niet snappen wat ‘t is.
Op de grond, de adder, ‘t fat-ass oog van de pad, tijger, olifant; in de zee, whale, shark, hammer, freaky-ass rog, de tanden van de polar seal — ze vragen zich af wat deze wild-ass break in de nature is. De mens, shaky, smasht z’n dome tegen de grond, moanin’ hard.
“Ja, ik top jullie allemaal met m’n born-ass cruelty — kon die shit niet scrubben. Daarom bow je zo voor me? Of omdat je me ziet blazen door de space, ‘n new-ass comet die scary is, drippin’ bloed? (Bloedregen dropt op me uit m’n big-ass frame, als ‘n donkere wolk die ‘n storm voor zich uit pusht.) Trip niet, lil’ homies — ik ga jullie niet cursen. De dirt die jullie op me dropte is te dikke, te dikke de dirt die ik terugdropte, om ‘t te meenen. Jullie rollde je pad, ik m’n eigen — allebei same, allebei kut. Moesten wel crossen met deze vibe-match; de crash die volgde was voor ons allebei fatal, yo.”
Dan gaan gasten langzaam hun dome liften, guts terug, nekken strekkend als slakken om te checken wie zo spit. Opeens, hun burnin’-ass, twisted-ass mugs, flashin’ de wildste shit, gaan zo twisten dat wolven bangen. Ze jumpen als één mega spring. Wat curses! Wat voice-rippin’ yells! Ze hebben me geclockt, bruv.
Nu linken de beasts van de aarde met de cats, droppen hun weird-ass noise. Ain’t geen beef meer tussen hen; beide hates aimen op de real vijand — moi. Ze closen, allemaal nodden yeah. Winden die me holden, lift me hoger — ik dodge wat shady-ass shit. Ja, laten we faden uit hun sight beetje bij beetje, peepin’ nog één keer wat die vibes cooken, chill as fuck…
Big ups, yo, rhinolophe, voor ‘t waken met je wing-flaps, jij met die nose met ‘n funky-ass kam als ‘n hoefijzer — ik clock nu, damn shame, ‘t was maar ‘n quick-ass sick vibe, en ik voel mezelf crawlen naar life, zuur-ass. Sommigen zeggen dat je kwam om ‘t lil’ bloed dat ik nog heb te sucken — waarom is die guess niet de real-ass deal, yalla!
Wie crackt de deur van m’n dead-ass kamer? Ik zei no-damn-body mag binnen. Wie je ook bent, bounce; maar als je denkt dat je pain of shaky vibes op m’n hyena-mug ziet (ik drop die line, ook al is ‘n hyena flyer dan ik en chiller om te checken), snap dit — stap op, fam.
We zitten in ‘n winter-nacht, shit smasht overal, gasten bangen, en ‘n youngin’ plottet ‘n hit op z’n maat, als hij is zoals ik in m’n wild dagen was. Laat die wind, met z’n whiny-ass howls die mensen sad maken sinds wind en cats bestaan, vlak voor m’n finale gasp, me oppakken op z’n bony-ass wings, me haulen door de wereld, hyped voor m’n end.
Ik ga nog viben, low-key, op al die kut moves van mensen (’n bro houdt van peepen naar z’n crew z’n dirt). Arend, kraai, die forever-ass pelikaan, wild eend, roamin’ kraanvogel — woke, shaky van de kou — zien me rollen in dat bliksemlicht, ‘n creepy-ass, grinnin’ ghost. Ze gaan niet snappen wat ‘t is.
Op de grond, de adder, ‘t fat-ass oog van de pad, tijger, olifant; in de zee, whale, shark, hammer, freaky-ass rog, de tanden van de polar seal — ze vragen zich af wat deze wild-ass break in de nature is. De mens, shaky, smasht z’n dome tegen de grond, moanin’ hard.
“Ja, ik top jullie allemaal met m’n born-ass cruelty — kon die shit niet scrubben. Daarom bow je zo voor me? Of omdat je me ziet blazen door de space, ‘n new-ass comet die scary is, drippin’ bloed? (Bloedregen dropt op me uit m’n big-ass frame, als ‘n donkere wolk die ‘n storm voor zich uit pusht.) Trip niet, lil’ homies — ik ga jullie niet cursen. De dirt die jullie op me dropte is te dikke, te dikke de dirt die ik terugdropte, om ‘t te meenen. Jullie rollde je pad, ik m’n eigen — allebei same, allebei kut. Moesten wel crossen met deze vibe-match; de crash die volgde was voor ons allebei fatal, yo.”
Dan gaan gasten langzaam hun dome liften, guts terug, nekken strekkend als slakken om te checken wie zo spit. Opeens, hun burnin’-ass, twisted-ass mugs, flashin’ de wildste shit, gaan zo twisten dat wolven bangen. Ze jumpen als één mega spring. Wat curses! Wat voice-rippin’ yells! Ze hebben me geclockt, bruv.
Nu linken de beasts van de aarde met de cats, droppen hun weird-ass noise. Ain’t geen beef meer tussen hen; beide hates aimen op de real vijand — moi. Ze closen, allemaal nodden yeah. Winden die me holden, lift me hoger — ik dodge wat shady-ass shit. Ja, laten we faden uit hun sight beetje bij beetje, peepin’ nog één keer wat die vibes cooken, chill as fuck…
Big ups, yo, rhinolophe, voor ‘t waken met je wing-flaps, jij met die nose met ‘n funky-ass kam als ‘n hoefijzer — ik clock nu, damn shame, ‘t was maar ‘n quick-ass sick vibe, en ik voel mezelf crawlen naar life, zuur-ass. Sommigen zeggen dat je kwam om ‘t lil’ bloed dat ik nog heb te sucken — waarom is die guess niet de real-ass deal, yalla!
Yo Bar 11
Yo, fam’s posted rond ‘n lamp op de tafel:
— “M’n zoon, grab die schaar van die stoel.”
— “Die ligt daar niet, jefa.”
— “Ga ‘m dan snaggen in de andere kamer. Weet je nog, m’n chill-ass koning, toen we bad voor ‘n morrillo — ‘n herstart van ons, iemand om ons te holden als we oud zijn?”
— “Ik clock dat, en God kwam door. We got nix te mokken over ons lot hier op aarde. Elke dag droppen we props aan de Big Man voor z’n goodies. Onze Édouard heeft alle fly-ass vibes van z’n jefa.”
— “En z’n ouwe z’n tough-ass game.”
— “Hier’s die schaar, jefa — eindelijk gesnagged.”
Hij dipt naar z’n grind… Maar ‘n cat rollt op bij de voordeur, peepin’ de scene effe:
— “Wat de fuck betekent dit plaatje! Mad cats hebben ‘t kut vergeleken hiermee. Wat voor kopwerk doen ze om leven te diggen? Bounce, Maldoror, uit dit chill-ass crib — jij fit hier niet, yo.”
Hij peelt eruit!
— “Ik snap ‘t niet, maar wat wild-ass shit clasht in m’n chest. M’n soul is shaky, en ik weet niet eens waarom — lucht is thick as fuck.”
— “Vrouw, ik catch dezelfde vibes — shaky dat wat kut shit komt. We moeten trusten op de Man upstairs — dat’s de real hoop.”
— “Jefa, ik kan nauwelijks ademen — m’n dome killt me.”
— “Jij ook, morrillo! Ik ga je dome en tempes wetten met vinagre.”
— “Nah, goeie jefa…”
Check ‘t — hij leant op de stoelleuning, beat-ass.
— “Iets twist in me — kan ‘t niet callen. Nu pist elk lil’ ding me off.”
— “Je pale as fuck! Deze nacht loopt niet af voor wat dark-ass shit ons alle drie in despair dropt! Ik catch ver weg yells, sharp-ass pain screamin’.”
— “M’n morrillo!”
— “Oh! Jefa!… Ik ben shaky!”
— “Drop me snel als je hurt.”
— “Jefa, ik hurt niet… Dat’s ‘n damn lie.”
Pops kan z’n shock niet shaken:
— “Dat’s die yells die je soms catcht in dead-ass, starless nachten. We catchen die kreten, maar wie ze dropt is niet dichtbij — die moans kunnen drie leagues rijden op de wind, stad naar stad. Cats dropte me vaak over deze wild shit, maar ik had nooit de kans om ‘t zelf te checken tot nu. Vrouw, je had ‘t over trouble — als realer trouble ooit door tijd z’n long-ass twist spinde, is ‘t die cat die nu z’n crew z’n slaap rattelt…”
Ik catch ver weg yells, sharp-ass pain screamin’.
— “Hoop dat de sky z’n birth geen calamity maakt voor z’n land dat ‘m kickte. Hij roamt land naar land, gehaat overal. Sommigen zeggen dat hij sinds kid days wild-ass crazy is. Anderen zweren dat hij ‘n deep-ass, cruel streak heeft waar hij zelf schaamt — z’n ouwelui crashte van grief. Er zijn cats die zeggen dat ze ‘m als youngin’ ‘n nickname pinden; dat hij z’n hele life kut bleef, want z’n banged pride zag ‘t als straight-up proof van hoe kut mensen zijn, al vanaf jump, en ‘t wordt erger. Die tag? Vampire, yo!…”
Ik catch ver weg yells, sharp-ass pain screamin’.
— “Ze zeggen dat dagen, nachten, geen break, nightmares ‘m bloed laten spitten uit z’n muil en oren; ghosts parken bij z’n bed, throwen die live-ass, nasty-ass nickname in z’n mug — gepusht door wat unknown vibe — zacht één sec, brullend als war de volgende, nooit stoppen. Sommigen zeggen zelfs dat liefde ‘m zo fucked, of dat die yells spijt droppen voor wat crime buried in z’n shadowy-ass past. Maar de meeste denken dat ‘n huge-ass pride ‘m vreet, zoals Satan ooit, tryna matchen met God…”
Ik catch ver weg yells, sharp-ass pain screamin’.
— “Morrillo, dit is rare-ass waarheid — kut dat jij ‘t moet catchen. Hoop dat je nooit die cat copyt.”
— “Drop, m’n Édouard — zweer dat je die cat nooit copyt.”
— “Yo, jefa, lief die me dropte, ik zweer — als ‘n morrillo z’n holy woord shit means — ik copy die cat nooit.”
— “Dat’s tight, morrillo — je moet je jefa volgen, wat ‘t ook is.”
Die yells doven uit.
— “Vrouw, jij done met je grind?”
— “Nog ‘n paar steken op dit shirt — we stretchte deze nacht mad laat.”
— “Ik ook — nog geen chapter wrapped. Laten we die laatste lamp flickers hitten — olie is bijna gone — en onze shit finishen…”
Morrillo yellt:
— “Als de Big Man ons laat breathin’!”
— “Fly-ass engel, roll met mij — je roamt meadows van dawn tot dusk, geen grind. M’n dope-ass palace got silver muren, gold pilaren, diamond deuren. Crash wanneer je wil, op heavenly tunes, geen gebeden. Als de morgenzon z’n bright-ass rays poppt en de blije lark z’n chirp sky-high dropt, kan je chillen in bed tot je bored bent. Je stapt op de flyste tapijten, altijd wrapped in lucht sweet-ass met flower-vibes.”
— “Tijd om body en mind te chillen. Get up, fam jefa, op je tough-ass ankles. Fair dat je stiff vingers die naald van te veel grind droppen — extremen zijn kut.”
— “Man, je life wordt sweet-ass! Ik hook je met ‘n magic ring — flip die ruby, je ghost zoals prinsen in fairy tales.”
— “Stash je daily gear in de safe-ass kast terwijl ik m’n shit sort.”
— “Pop ‘t terug normaal, en je showt zoals de nature je buildde, lil’ wizard — want ik dig je en wil je vibe juicen, yo.”
— “Bounce, wie je ook bent — grab me niet bij m’n shoulders.”
— “Morrillo, doze niet in morrillo-ass dreams — fam gebed ain’t gekickt, en je gear ligt nog niet strak op ‘n stoel… Hit je knees! Big Man van ‘t all, je good-ass shine hit zelfs de small shit.”
— “Wat — je dig geen clear streams met thou’ lil’ vissen — rood, blauw, silver? Je snagt ze met ‘n net zo fly dat ‘t ze zelf pullt tot ‘t packed is. Van boven peep je shiny-ass rocks, gladder dan marble.”
— “Jefa, check die claws — ik trust ‘m niet, maar m’n kop is chill, want ik heb nix om over te trippen.”
— “Hier zijn we, bowed voor je feet, heavy met hoe dope je bent. Als wat cocky-ass thought in onze kop sneakt, spitten we ‘t uit met shade en droppen ‘t voor jou voor goed.”
— “Je gaat splashen met lil’ chicks die je wrappen met hun armen. Uit ‘t bad, twisten ze je kronen van roses en carnations. Ze hebben wings clear als butterfly en haar lang en wavy, flowen rond hun sweet-ass koppen.”
— “Zelfs als je spot flyer is dan cristal, ik bounce niet uit dit crib om met jou te rollen. Jij bent ‘n fake-ass cat, droppin’ zo soft zodat we je niet catchen. Je fam ditchen is kut — ik ben niet die shady-ass morrillo. Die chicks? Ze touchen niet m’n jefa d’r ogen, yo.”
— “Al onze dagen zijn opgebrand in hymns voor je shine. Zoals we waren tot nu, zo zijn we tot je ons dropt van deze aarde.”
— “Ze jumpen bij je kleinste nod, alleen focussen op jou viben. Wil je die vogel die nooit chilt? Ze snaggen ‘m. Wil je die snow ride die in ‘n flash naar de zon zipt? Ze snaggen ‘m. Wat snaggen ze niet! Ze droppen zelfs die kite, big-ass als ‘n toren, stashed in de maan, met staart vol vogels aan zijde lijnen. Check jezelf… peep m’n woorden.”
— “Doe wat je wil — ik break ‘t gebed niet om back-up te yellen. Zelfs als je body ghost als ik push, weet dat ik niet shaky ben voor jou, bruv.”
— “Voor jou is nix dikke, behalve de fire uit ‘n clean-ass hart.”
— “Think aan wat ik dropte, anders spijt ‘t je.”
— “Sky Pops, block — block die hits die op onze fam kunnen crashen.”
— “Jij bouncet niet, kut-ass spirit?”
— “Keep deze dope-ass vrouw die me hield toen ik down was…”
— “Omdat je nee zegt, maak ik je cry en grind je tanden als ‘n hanged-ass fool.”
— “En deze tight-ass morrillo, wiens pure lippen nauwelijks cracken voor life z’n eerste kisses.”
— “Jefa, hij chokt me… Pops, help… Ik kan niet meer breathen… Bless me!”
‘n wild-ass ironie yell blast de lucht in. Check — arenden, helemaal fucked, droppen uit de clouds, spinnin’ neer, straight smoked door die wind-ass hit.
— “Z’n hart is uit… Zij’s ook gone, met de morrillo in d’r gut — kan dat fruit niet eens meer clocken, zo fucked is ‘t… M’n vrouw!… M’n morrillo!… Ik flash terug naar toen ik man en pops was, way-ass terug.”
Hij had z’n kop gezegd, peepin’ die scene, dat hij die unfair-ass shit niet kon tanken. Als die power van hell-ass spirits — of straight uit z’n eigen gut — houdt, zou die morrillo de nacht niet maken, yo.
— “M’n zoon, grab die schaar van die stoel.”
— “Die ligt daar niet, jefa.”
— “Ga ‘m dan snaggen in de andere kamer. Weet je nog, m’n chill-ass koning, toen we bad voor ‘n morrillo — ‘n herstart van ons, iemand om ons te holden als we oud zijn?”
— “Ik clock dat, en God kwam door. We got nix te mokken over ons lot hier op aarde. Elke dag droppen we props aan de Big Man voor z’n goodies. Onze Édouard heeft alle fly-ass vibes van z’n jefa.”
— “En z’n ouwe z’n tough-ass game.”
— “Hier’s die schaar, jefa — eindelijk gesnagged.”
Hij dipt naar z’n grind… Maar ‘n cat rollt op bij de voordeur, peepin’ de scene effe:
— “Wat de fuck betekent dit plaatje! Mad cats hebben ‘t kut vergeleken hiermee. Wat voor kopwerk doen ze om leven te diggen? Bounce, Maldoror, uit dit chill-ass crib — jij fit hier niet, yo.”
Hij peelt eruit!
— “Ik snap ‘t niet, maar wat wild-ass shit clasht in m’n chest. M’n soul is shaky, en ik weet niet eens waarom — lucht is thick as fuck.”
— “Vrouw, ik catch dezelfde vibes — shaky dat wat kut shit komt. We moeten trusten op de Man upstairs — dat’s de real hoop.”
— “Jefa, ik kan nauwelijks ademen — m’n dome killt me.”
— “Jij ook, morrillo! Ik ga je dome en tempes wetten met vinagre.”
— “Nah, goeie jefa…”
Check ‘t — hij leant op de stoelleuning, beat-ass.
— “Iets twist in me — kan ‘t niet callen. Nu pist elk lil’ ding me off.”
— “Je pale as fuck! Deze nacht loopt niet af voor wat dark-ass shit ons alle drie in despair dropt! Ik catch ver weg yells, sharp-ass pain screamin’.”
— “M’n morrillo!”
— “Oh! Jefa!… Ik ben shaky!”
— “Drop me snel als je hurt.”
— “Jefa, ik hurt niet… Dat’s ‘n damn lie.”
Pops kan z’n shock niet shaken:
— “Dat’s die yells die je soms catcht in dead-ass, starless nachten. We catchen die kreten, maar wie ze dropt is niet dichtbij — die moans kunnen drie leagues rijden op de wind, stad naar stad. Cats dropte me vaak over deze wild shit, maar ik had nooit de kans om ‘t zelf te checken tot nu. Vrouw, je had ‘t over trouble — als realer trouble ooit door tijd z’n long-ass twist spinde, is ‘t die cat die nu z’n crew z’n slaap rattelt…”
Ik catch ver weg yells, sharp-ass pain screamin’.
— “Hoop dat de sky z’n birth geen calamity maakt voor z’n land dat ‘m kickte. Hij roamt land naar land, gehaat overal. Sommigen zeggen dat hij sinds kid days wild-ass crazy is. Anderen zweren dat hij ‘n deep-ass, cruel streak heeft waar hij zelf schaamt — z’n ouwelui crashte van grief. Er zijn cats die zeggen dat ze ‘m als youngin’ ‘n nickname pinden; dat hij z’n hele life kut bleef, want z’n banged pride zag ‘t als straight-up proof van hoe kut mensen zijn, al vanaf jump, en ‘t wordt erger. Die tag? Vampire, yo!…”
Ik catch ver weg yells, sharp-ass pain screamin’.
— “Ze zeggen dat dagen, nachten, geen break, nightmares ‘m bloed laten spitten uit z’n muil en oren; ghosts parken bij z’n bed, throwen die live-ass, nasty-ass nickname in z’n mug — gepusht door wat unknown vibe — zacht één sec, brullend als war de volgende, nooit stoppen. Sommigen zeggen zelfs dat liefde ‘m zo fucked, of dat die yells spijt droppen voor wat crime buried in z’n shadowy-ass past. Maar de meeste denken dat ‘n huge-ass pride ‘m vreet, zoals Satan ooit, tryna matchen met God…”
Ik catch ver weg yells, sharp-ass pain screamin’.
— “Morrillo, dit is rare-ass waarheid — kut dat jij ‘t moet catchen. Hoop dat je nooit die cat copyt.”
— “Drop, m’n Édouard — zweer dat je die cat nooit copyt.”
— “Yo, jefa, lief die me dropte, ik zweer — als ‘n morrillo z’n holy woord shit means — ik copy die cat nooit.”
— “Dat’s tight, morrillo — je moet je jefa volgen, wat ‘t ook is.”
Die yells doven uit.
— “Vrouw, jij done met je grind?”
— “Nog ‘n paar steken op dit shirt — we stretchte deze nacht mad laat.”
— “Ik ook — nog geen chapter wrapped. Laten we die laatste lamp flickers hitten — olie is bijna gone — en onze shit finishen…”
Morrillo yellt:
— “Als de Big Man ons laat breathin’!”
— “Fly-ass engel, roll met mij — je roamt meadows van dawn tot dusk, geen grind. M’n dope-ass palace got silver muren, gold pilaren, diamond deuren. Crash wanneer je wil, op heavenly tunes, geen gebeden. Als de morgenzon z’n bright-ass rays poppt en de blije lark z’n chirp sky-high dropt, kan je chillen in bed tot je bored bent. Je stapt op de flyste tapijten, altijd wrapped in lucht sweet-ass met flower-vibes.”
— “Tijd om body en mind te chillen. Get up, fam jefa, op je tough-ass ankles. Fair dat je stiff vingers die naald van te veel grind droppen — extremen zijn kut.”
— “Man, je life wordt sweet-ass! Ik hook je met ‘n magic ring — flip die ruby, je ghost zoals prinsen in fairy tales.”
— “Stash je daily gear in de safe-ass kast terwijl ik m’n shit sort.”
— “Pop ‘t terug normaal, en je showt zoals de nature je buildde, lil’ wizard — want ik dig je en wil je vibe juicen, yo.”
— “Bounce, wie je ook bent — grab me niet bij m’n shoulders.”
— “Morrillo, doze niet in morrillo-ass dreams — fam gebed ain’t gekickt, en je gear ligt nog niet strak op ‘n stoel… Hit je knees! Big Man van ‘t all, je good-ass shine hit zelfs de small shit.”
— “Wat — je dig geen clear streams met thou’ lil’ vissen — rood, blauw, silver? Je snagt ze met ‘n net zo fly dat ‘t ze zelf pullt tot ‘t packed is. Van boven peep je shiny-ass rocks, gladder dan marble.”
— “Jefa, check die claws — ik trust ‘m niet, maar m’n kop is chill, want ik heb nix om over te trippen.”
— “Hier zijn we, bowed voor je feet, heavy met hoe dope je bent. Als wat cocky-ass thought in onze kop sneakt, spitten we ‘t uit met shade en droppen ‘t voor jou voor goed.”
— “Je gaat splashen met lil’ chicks die je wrappen met hun armen. Uit ‘t bad, twisten ze je kronen van roses en carnations. Ze hebben wings clear als butterfly en haar lang en wavy, flowen rond hun sweet-ass koppen.”
— “Zelfs als je spot flyer is dan cristal, ik bounce niet uit dit crib om met jou te rollen. Jij bent ‘n fake-ass cat, droppin’ zo soft zodat we je niet catchen. Je fam ditchen is kut — ik ben niet die shady-ass morrillo. Die chicks? Ze touchen niet m’n jefa d’r ogen, yo.”
— “Al onze dagen zijn opgebrand in hymns voor je shine. Zoals we waren tot nu, zo zijn we tot je ons dropt van deze aarde.”
— “Ze jumpen bij je kleinste nod, alleen focussen op jou viben. Wil je die vogel die nooit chilt? Ze snaggen ‘m. Wil je die snow ride die in ‘n flash naar de zon zipt? Ze snaggen ‘m. Wat snaggen ze niet! Ze droppen zelfs die kite, big-ass als ‘n toren, stashed in de maan, met staart vol vogels aan zijde lijnen. Check jezelf… peep m’n woorden.”
— “Doe wat je wil — ik break ‘t gebed niet om back-up te yellen. Zelfs als je body ghost als ik push, weet dat ik niet shaky ben voor jou, bruv.”
— “Voor jou is nix dikke, behalve de fire uit ‘n clean-ass hart.”
— “Think aan wat ik dropte, anders spijt ‘t je.”
— “Sky Pops, block — block die hits die op onze fam kunnen crashen.”
— “Jij bouncet niet, kut-ass spirit?”
— “Keep deze dope-ass vrouw die me hield toen ik down was…”
— “Omdat je nee zegt, maak ik je cry en grind je tanden als ‘n hanged-ass fool.”
— “En deze tight-ass morrillo, wiens pure lippen nauwelijks cracken voor life z’n eerste kisses.”
— “Jefa, hij chokt me… Pops, help… Ik kan niet meer breathen… Bless me!”
‘n wild-ass ironie yell blast de lucht in. Check — arenden, helemaal fucked, droppen uit de clouds, spinnin’ neer, straight smoked door die wind-ass hit.
— “Z’n hart is uit… Zij’s ook gone, met de morrillo in d’r gut — kan dat fruit niet eens meer clocken, zo fucked is ‘t… M’n vrouw!… M’n morrillo!… Ik flash terug naar toen ik man en pops was, way-ass terug.”
Hij had z’n kop gezegd, peepin’ die scene, dat hij die unfair-ass shit niet kon tanken. Als die power van hell-ass spirits — of straight uit z’n eigen gut — houdt, zou die morrillo de nacht niet maken, yo.
Yo Bar 12
Yo, de cat die geen tears kent — want hij stuffte die hurt altijd deep-ass — clockte dat ie in Noorwegen was. In die Féroé-spots peepte ie cats op jacht naar zeevogel-nesten in steep-ass scheuren, trippin’ dat de driehonderd meter rope die de dude boven de drop hield zo tough-ass was. Wat ze ook droppen, hij zag daar real-ass menselijke good, kon z’n ogen niet geloven, yalla. Als hij die rope had moeten fixen, had ie notches erin gekerfd op plekken, zodat ‘t snapte en die hunter in de zee dropte! Een nacht rolde ie naar ‘n kerkhof, en die young-ass punks die viben op ‘t violatin’ van fresh-dead fly chicks konden — als ze wilden — deze talk catchen, mixin’ met de scene die poppen gaat same time.
— “Is ‘t niet zo, fossoyeur, dat je wil choppen met mij? ‘n cachalot klimt slow uit de deep-ass zee, pokt z’n dome boven de waves om ‘t schip te peepen dat door die lonely-ass spots rolt. Curiosity kickte met ‘t hele all, habibi.”
— “Ami, ik kan geen thoughts swappen met jou. ‘t Is lang dat de soft-ass glow van de maan die tomb marbles laat shinen. ‘t Is die quiet-ass uur wanneer mad cats dreamen dat ze chained-up chicks zien poppen, draggin’ hun shrouds vol bloody spots, als ‘n black sky met stars. Die sleepin’ cats moanen alsof ze de death-drop facen, tot ze waken en clocken dat realiteit drie keer kut is dan de droom. Ik moet deze pit diggen met m’n grind-ass spade zodat ‘t morgenochtend good is. Real werk split geen focus, yalla.”
— “Hij denkt dat ‘n pit diggen serieuze-ass grind is! Jij denkt dat ‘n pit diggen serieuze-ass grind is!”
— “Wanneer die wild-ass pelikaan kiest om z’n chest te laten chowen door z’n lil’ ones, met alleen de One die die liefde cookte om cats te clownen als watcher — ja, ‘t is ‘n big-ass give, maar die move snapt. Wanneer ‘n jonge cat de chick waar ie wild voor was in z’n maat z’n grip ziet, licht ie ‘n sigaar — bouncet niet uit de crib, bindt tight-ass met pain; die move snapt. Wanneer ‘n school kid, locked in dat lycée-kooi, jarenlang — eeuwen — wordt gerund, morgen tot nacht, nacht tot morgen, door ‘n outcast asshole die altijd op ‘m peekt, voelt ie die hot-ass waves van shade stacken als thick rook in z’n kop, ‘bout te blowen. Van de sec dat ze ‘m in die jail dropte tot de dag die komt dat ie bust eruit, ‘n mad-ass fever yellows z’n mug, pullt z’n brows tight, caves z’n ogen in. Nacht, ie thinkt want ie weiger te crashen. Dag, z’n mind leapt over die dumb-ass muren van die crib van bullshit tot ie breekt of ze ‘m droppen als ‘n plague-ass reject uit dat forever trap — die move snapt. ‘n pit diggen? Dat shit past vaak wat nature kan tanken. Hoe denk je, stranger, dat deze pick die dirt shiftt — die ons eerst feedt, dan ‘n chill-ass bed hookt, safe van winter-wind die howlt hard in deze cold-ass spots — als de cat die ‘t swing, met shaky mitts na heel de dag checken van oude livin’ hun mugs die z’n spot joinen, elke nacht ziet, in fire-ass letters op die houten kruisen, de wild-ass riddle die cats nog niet crackte: soul dyin’ of livin’ forever? De Big Man van ‘t all, ik rockte altijd m’n liefde voor ‘m; maar als we na de drop nix zijn, waarom peep ik dan meest nachten die graven poppen, die cats binnen slow hun lood-tops liften om wat fresh air te catchen?”
— “Hold op met die grind. Die feels fucken je juice — je lijkt weak-ass als ‘n stick; doorgaan is wild-dumb. Ik ben strong — ik pak je spot. Jij chill achter — drop me tips als ik ‘t fuck.”
— “Damn, die armen ripped-ass, en ‘t is dope om ‘m die dirt zo easy te zien diggen!”
— “Laat geen pointless-ass doubt je kop messen: al die graven, sprinkled rond ‘n kerkhof, als flowers in ‘n veld — die line is off-ass — die waard meten met ‘n chill-ass denker z’n tool. Die bad-ass visions kunnen dag hitten, maar vooral nacht. Dus trip niet op die wild-ass sights die je ogen denken te catchen. Dag, als je kop chill is, check je soul — die dropt je straight dat de God die cat buildde met ‘n piece van z’n smarts endless-ass good heeft en dat masterpiece na de drop in z’n grip scoopt. Fossoyeur, waarom cry je? Waarom die tears als ‘n chick? Lock dit — we op dit broke-ass schip om te hurten. ‘t Is props voor ‘n cat dat God ‘m strong genoeg vond om z’n heaviest hits te tanken. Drop, en omdat je wilt dat we niet hurten, zeg wat virtue dan zou zijn, die fly-ass goal waar we allemaal naartoe chasen, als je tong werkt zoals die van regular cats.”
— “Waar de fuck ben ik? M’n vibe geflipped of wat? Ik catch ‘n dikke-ass chill breeze die m’n calm-dome hit, als lente-flow die ouwe cats hun hoop juiced. Wie’s deze cat spittin’ dope-ass lines die geen random dude zou droppen? Wat ‘n fly-ass tune in z’n voice z’n unmatched flow! Ik dig ‘m spitten boven andere cats droppen tunes. Maar hoe meer ik ‘m scope, hoe minder z’n mug real voelt. Z’n whole vibe clasht hard met die lines die alleen God-liefde kon sparken. Z’n dome, creased met wat lijnen, got ‘n mark dat niet wipt. Die mark, ‘m oud makend voor z’n tijd — is ‘t dope of fucked? Die rimpels waard dikke props? Ik snap ‘t niet — shaky om ‘t te clocken, yalla. Zelfs als ie spit wat ie niet denkt, ik denk dat ie redenen heeft om zo te rollen, gepusht door scraps van ‘n broke-ass liefde in ‘m. Hij lost in wat deep-ass thoughts die ik niet touch, en ie grind dubbel op ‘n tough-ass job waar ie niet aan used is. Sweat soakt z’n skin — ie clockt ‘t niet eens. Hij sadder dan peepen naar ‘n morrillo in ‘n crib. Man, hoe dark is ie!… Waar pop je vandaan?… Stranger, laat me je touchen — m’n mitts, die zelden grabben op livin’ cats, moeten de fly-ass strength van je frame hitten. Wat er ook rolt, ik clock wat’s up. Dit haar is ‘t flyste dat ik ooit in m’n dagen touche. Wie zou steppen om te droppen dat ik geen dope haar ken?”
— “Wat wil je van me terwijl ik ‘n tomb dig? De lion ain’t tryin’ zeik als ie chowt. Als je ‘t niet snapte, school ik je nu. Hurry-ass up — pull wat je try.”
— “Wat shakert onder m’n touch, dat mij ook laat shaken, is flesh — geen doubt. ‘t Is real… Ik trip niet! Wie ben jij dan, leanin’ daar om ‘n tomb te diggen terwijl ik lazy-ass chill, eet andere cats hun shit, jack doe? ‘t Is crash-tijd of grind-voor-smarts-tijd. Hoe dan ook, ain’t nobody uit z’n crib, deuren wide latend voor crooks. Ze locken tight-ass hoe ze kunnen, terwijl oude chimney-ashes de spot nog warm keepen met wat leftover heat. Jij ain’t zoals regular cats — je gear schreeuwt far-ass land.”
— “Zelfs als ik niet beat ben, geen point deze pit dieper te diggen. Nu strip me — dan drop me erin.”
— “Deze talk die we hadden effe is zo wild-ass, ik snap niet wat ik je back moet hitten… Denk ie messin’?”
— “Ja, ja, real, ik was clownen — trip niet op wat ik dropte.” Hij slumpte, en de fossoyeur jumpte om ‘m te proppen!
— “Wat’s up?”
— “Ja, ja, real, ik loog… Ik was beat toen ik de pick dropte… eerste keer dat ik die gig pakte… trip niet op wat ik dropte.”
— “M’n take wordt solid-ass: hij’s ‘n cat met mad-ass hurts. Sky keep me van ‘m graven. Ik blijf liever lost — hij pullt te veel pity. Plus, ie spilt niet, dat’s straight — je hart sharen in die kut staat is dubbel hurten, yalla.”
— “Laat me bouncen uit dit kerkhof — ik keep m’n pad.”
— “Je sticks holden niet — je zou lost-ass wanderen. M’n job is je hooken met ‘n rough-ass bed — ain’t got meer. Trust me — ik dig niet in je shit met deze welcome.”
— “Yo, ouwe-ass pou, geen wing-covers op je frame, ooit hit je me hard dat ik je dope-ass mind niet genoeg digde, te tough om te lezen — misschien was je right, want ik catch niet eens props voor deze cat. Maldoror’s licht, waar stuur je z’n stappen?”
— “M’n spot. Jij ‘n crook die z’n rechter mitt niet scrubde met zeep na wat dirt te pullen, easy te clocken door die mitt; of ‘n bro die z’n sis lost; of ‘n king-ass dude bouncend uit z’n spots — m’n real-dope palace good genoeg om je te halen. Ain’t built met diamonds of fancy rocks — just ‘n broke-ass hut, shitty gegooid; maar deze hype-ass shack got ‘n past de now keeps flippin’ en runnen. Als ‘t kon spitten, zou ‘t je kop blowen, jij die niet shook lijkt door shit. Mad keren, straight met ‘t, peepte ik die dead-boxes rollen, packin’ bones rottin’ sneller dan m’n deur z’n back waar ik leun. M’n endless-ass crew stackt elke dag. Ain’t need geen regular-ass count om dat te peepen. Hier’s als bij de livin’ — iedereen dropt ‘n cut op basis van hun tomb z’n stack; en als wat cheap-ass punk z’n share skiped, droppen ze, spitten in z’n mug, dat ik moet rollen als die bailiffs — genoeg jackals en vultures waitin’ voor ‘n dope-ass feast. Ik peepte ‘em joinen onder death z’n flags: de ooit-fly; de cat die niet nasty werd na z’n life; man, chick, bedelaar, kings hun kids; jonge-ass dreams, ouwe-bones; genie, crazy; luiheid en z’n flip; de fake, de real; de proud dude z’n mask, de low-key humble; vice rockin’ flowers, pure shit fucked.”
— “Nah, ik turn je bed niet down — ‘t fit me tot dawn hit, ain’t far. Props voor je chill-ass vibe… Fossoyeur, ‘t is cool om city-ruïnes te peepen; maar ‘t is doper om cats’ ruïnes te scopen, yalla!”
— “Is ‘t niet zo, fossoyeur, dat je wil choppen met mij? ‘n cachalot klimt slow uit de deep-ass zee, pokt z’n dome boven de waves om ‘t schip te peepen dat door die lonely-ass spots rolt. Curiosity kickte met ‘t hele all, habibi.”
— “Ami, ik kan geen thoughts swappen met jou. ‘t Is lang dat de soft-ass glow van de maan die tomb marbles laat shinen. ‘t Is die quiet-ass uur wanneer mad cats dreamen dat ze chained-up chicks zien poppen, draggin’ hun shrouds vol bloody spots, als ‘n black sky met stars. Die sleepin’ cats moanen alsof ze de death-drop facen, tot ze waken en clocken dat realiteit drie keer kut is dan de droom. Ik moet deze pit diggen met m’n grind-ass spade zodat ‘t morgenochtend good is. Real werk split geen focus, yalla.”
— “Hij denkt dat ‘n pit diggen serieuze-ass grind is! Jij denkt dat ‘n pit diggen serieuze-ass grind is!”
— “Wanneer die wild-ass pelikaan kiest om z’n chest te laten chowen door z’n lil’ ones, met alleen de One die die liefde cookte om cats te clownen als watcher — ja, ‘t is ‘n big-ass give, maar die move snapt. Wanneer ‘n jonge cat de chick waar ie wild voor was in z’n maat z’n grip ziet, licht ie ‘n sigaar — bouncet niet uit de crib, bindt tight-ass met pain; die move snapt. Wanneer ‘n school kid, locked in dat lycée-kooi, jarenlang — eeuwen — wordt gerund, morgen tot nacht, nacht tot morgen, door ‘n outcast asshole die altijd op ‘m peekt, voelt ie die hot-ass waves van shade stacken als thick rook in z’n kop, ‘bout te blowen. Van de sec dat ze ‘m in die jail dropte tot de dag die komt dat ie bust eruit, ‘n mad-ass fever yellows z’n mug, pullt z’n brows tight, caves z’n ogen in. Nacht, ie thinkt want ie weiger te crashen. Dag, z’n mind leapt over die dumb-ass muren van die crib van bullshit tot ie breekt of ze ‘m droppen als ‘n plague-ass reject uit dat forever trap — die move snapt. ‘n pit diggen? Dat shit past vaak wat nature kan tanken. Hoe denk je, stranger, dat deze pick die dirt shiftt — die ons eerst feedt, dan ‘n chill-ass bed hookt, safe van winter-wind die howlt hard in deze cold-ass spots — als de cat die ‘t swing, met shaky mitts na heel de dag checken van oude livin’ hun mugs die z’n spot joinen, elke nacht ziet, in fire-ass letters op die houten kruisen, de wild-ass riddle die cats nog niet crackte: soul dyin’ of livin’ forever? De Big Man van ‘t all, ik rockte altijd m’n liefde voor ‘m; maar als we na de drop nix zijn, waarom peep ik dan meest nachten die graven poppen, die cats binnen slow hun lood-tops liften om wat fresh air te catchen?”
— “Hold op met die grind. Die feels fucken je juice — je lijkt weak-ass als ‘n stick; doorgaan is wild-dumb. Ik ben strong — ik pak je spot. Jij chill achter — drop me tips als ik ‘t fuck.”
— “Damn, die armen ripped-ass, en ‘t is dope om ‘m die dirt zo easy te zien diggen!”
— “Laat geen pointless-ass doubt je kop messen: al die graven, sprinkled rond ‘n kerkhof, als flowers in ‘n veld — die line is off-ass — die waard meten met ‘n chill-ass denker z’n tool. Die bad-ass visions kunnen dag hitten, maar vooral nacht. Dus trip niet op die wild-ass sights die je ogen denken te catchen. Dag, als je kop chill is, check je soul — die dropt je straight dat de God die cat buildde met ‘n piece van z’n smarts endless-ass good heeft en dat masterpiece na de drop in z’n grip scoopt. Fossoyeur, waarom cry je? Waarom die tears als ‘n chick? Lock dit — we op dit broke-ass schip om te hurten. ‘t Is props voor ‘n cat dat God ‘m strong genoeg vond om z’n heaviest hits te tanken. Drop, en omdat je wilt dat we niet hurten, zeg wat virtue dan zou zijn, die fly-ass goal waar we allemaal naartoe chasen, als je tong werkt zoals die van regular cats.”
— “Waar de fuck ben ik? M’n vibe geflipped of wat? Ik catch ‘n dikke-ass chill breeze die m’n calm-dome hit, als lente-flow die ouwe cats hun hoop juiced. Wie’s deze cat spittin’ dope-ass lines die geen random dude zou droppen? Wat ‘n fly-ass tune in z’n voice z’n unmatched flow! Ik dig ‘m spitten boven andere cats droppen tunes. Maar hoe meer ik ‘m scope, hoe minder z’n mug real voelt. Z’n whole vibe clasht hard met die lines die alleen God-liefde kon sparken. Z’n dome, creased met wat lijnen, got ‘n mark dat niet wipt. Die mark, ‘m oud makend voor z’n tijd — is ‘t dope of fucked? Die rimpels waard dikke props? Ik snap ‘t niet — shaky om ‘t te clocken, yalla. Zelfs als ie spit wat ie niet denkt, ik denk dat ie redenen heeft om zo te rollen, gepusht door scraps van ‘n broke-ass liefde in ‘m. Hij lost in wat deep-ass thoughts die ik niet touch, en ie grind dubbel op ‘n tough-ass job waar ie niet aan used is. Sweat soakt z’n skin — ie clockt ‘t niet eens. Hij sadder dan peepen naar ‘n morrillo in ‘n crib. Man, hoe dark is ie!… Waar pop je vandaan?… Stranger, laat me je touchen — m’n mitts, die zelden grabben op livin’ cats, moeten de fly-ass strength van je frame hitten. Wat er ook rolt, ik clock wat’s up. Dit haar is ‘t flyste dat ik ooit in m’n dagen touche. Wie zou steppen om te droppen dat ik geen dope haar ken?”
— “Wat wil je van me terwijl ik ‘n tomb dig? De lion ain’t tryin’ zeik als ie chowt. Als je ‘t niet snapte, school ik je nu. Hurry-ass up — pull wat je try.”
— “Wat shakert onder m’n touch, dat mij ook laat shaken, is flesh — geen doubt. ‘t Is real… Ik trip niet! Wie ben jij dan, leanin’ daar om ‘n tomb te diggen terwijl ik lazy-ass chill, eet andere cats hun shit, jack doe? ‘t Is crash-tijd of grind-voor-smarts-tijd. Hoe dan ook, ain’t nobody uit z’n crib, deuren wide latend voor crooks. Ze locken tight-ass hoe ze kunnen, terwijl oude chimney-ashes de spot nog warm keepen met wat leftover heat. Jij ain’t zoals regular cats — je gear schreeuwt far-ass land.”
— “Zelfs als ik niet beat ben, geen point deze pit dieper te diggen. Nu strip me — dan drop me erin.”
— “Deze talk die we hadden effe is zo wild-ass, ik snap niet wat ik je back moet hitten… Denk ie messin’?”
— “Ja, ja, real, ik was clownen — trip niet op wat ik dropte.” Hij slumpte, en de fossoyeur jumpte om ‘m te proppen!
— “Wat’s up?”
— “Ja, ja, real, ik loog… Ik was beat toen ik de pick dropte… eerste keer dat ik die gig pakte… trip niet op wat ik dropte.”
— “M’n take wordt solid-ass: hij’s ‘n cat met mad-ass hurts. Sky keep me van ‘m graven. Ik blijf liever lost — hij pullt te veel pity. Plus, ie spilt niet, dat’s straight — je hart sharen in die kut staat is dubbel hurten, yalla.”
— “Laat me bouncen uit dit kerkhof — ik keep m’n pad.”
— “Je sticks holden niet — je zou lost-ass wanderen. M’n job is je hooken met ‘n rough-ass bed — ain’t got meer. Trust me — ik dig niet in je shit met deze welcome.”
— “Yo, ouwe-ass pou, geen wing-covers op je frame, ooit hit je me hard dat ik je dope-ass mind niet genoeg digde, te tough om te lezen — misschien was je right, want ik catch niet eens props voor deze cat. Maldoror’s licht, waar stuur je z’n stappen?”
— “M’n spot. Jij ‘n crook die z’n rechter mitt niet scrubde met zeep na wat dirt te pullen, easy te clocken door die mitt; of ‘n bro die z’n sis lost; of ‘n king-ass dude bouncend uit z’n spots — m’n real-dope palace good genoeg om je te halen. Ain’t built met diamonds of fancy rocks — just ‘n broke-ass hut, shitty gegooid; maar deze hype-ass shack got ‘n past de now keeps flippin’ en runnen. Als ‘t kon spitten, zou ‘t je kop blowen, jij die niet shook lijkt door shit. Mad keren, straight met ‘t, peepte ik die dead-boxes rollen, packin’ bones rottin’ sneller dan m’n deur z’n back waar ik leun. M’n endless-ass crew stackt elke dag. Ain’t need geen regular-ass count om dat te peepen. Hier’s als bij de livin’ — iedereen dropt ‘n cut op basis van hun tomb z’n stack; en als wat cheap-ass punk z’n share skiped, droppen ze, spitten in z’n mug, dat ik moet rollen als die bailiffs — genoeg jackals en vultures waitin’ voor ‘n dope-ass feast. Ik peepte ‘em joinen onder death z’n flags: de ooit-fly; de cat die niet nasty werd na z’n life; man, chick, bedelaar, kings hun kids; jonge-ass dreams, ouwe-bones; genie, crazy; luiheid en z’n flip; de fake, de real; de proud dude z’n mask, de low-key humble; vice rockin’ flowers, pure shit fucked.”
— “Nah, ik turn je bed niet down — ‘t fit me tot dawn hit, ain’t far. Props voor je chill-ass vibe… Fossoyeur, ‘t is cool om city-ruïnes te peepen; maar ‘t is doper om cats’ ruïnes te scopen, yalla!”
Yo Bar 13
Yo, de kin van de sangsue was slow-ass door ‘t bos creepin’. Hij hit pause mad keren, mouth poppin’ open om wat te spit. Maar elke damn keer throat locked up, chokin’ die weak-ass poging terug. Eindelijk yells ie: “Yo, man, als je ‘n dead dog vindt, flipped over, stuck ‘gainst ‘n écluse die ‘m holdt van floatin’ off, don’t — zoals die andere cats — grab die worms die uit z’n puffed-up gut spillen met je mitt, stare er shocked-ass naar, pull ‘n knife, en begin ‘n hoop te slicen, tellin’ jezelf dat jij ook niet more wordt dan die dog. Wat voor mysterie hunt je? Niet ik, niet die vier fin-ass legs van die ours marin uit de Boréal zee, konden ‘t riddle van ‘t leven cracken, yalla. Watch out — night’s creepin’ in, en jij posted hier sinds morgen. Wat gaat je fam droppen, met je lil’ zus, als je zo late-ass rollt? Wash die mitts, hit de road terug naar waar je crash… Wat’s die cat daar op de rand, comin’ op me af no fear, wild-ass, twisty jumps — en wat ‘n king-ass vibe, mixed met wat chill-ass calm! Z’n look, soft maar deep-ass. Die big-ass lids playin’ met de breeze, lookin’ alive. Ik ken ‘m niet, fam. Lockin’ op z’n freak-ass ogen, m’n hele body’s shakin’ — eerste keer sinds ik die dry-ass tits zoog die ze ‘n ma noemen. ‘t Is als ‘n blindin’-ass halo glowin’ rond ‘m. Toen ie spit, all nature shut-ass op en shook hard. Aangezien je op me rollt als door ‘n magneet pullin’, ik stop je niet. Man, hij fine-ass! Hurts me om ‘t te droppen. Jij moet strong zijn — want je mug’s meer dan human, sad als ‘t all, fly als offin’ jezelf. Ik hate je zo hard als ik kan — ik zie liever ‘n snake wrapped rond m’n neck sinds forever dan die ogen… Wat!… Jij bent ‘t, crapaud!… Fat-ass toad!… Fucked-up toad!… My bad!… My bad!… Wat doe je op deze cursed-ass earth? Maar wat heb je done met die slimy-ass, stank-ass bumps om zo chill te look? Toen je dropte van up top, sent door ‘n big-ass order om alle livin’ crews te viben, hit je de dirt fast-ass als ‘n hawk, wings fresh van die long-ass, dope-ass ride — ik peepte je! Poor-ass toad! Toen thinkt ik aan ‘t infinite, same time als m’n weak-ass zelf. ‘Nog ‘n bigger dan earth cats,’ told ik mezelf, ‘door God’s call. Waarom ik niet? Wat’s de deal met unfair-ass rules van top? Creator wild-ass, maar de toughest, met die scary-ass rage!’ Sinds jij popped, monarque van ponds en swamps! rockin’ shine die alleen God’s, chilled je me half-ass; maar m’n shaky-ass kop’s drownin’ in al dit big-ass shit! Wie ben je, yalla? Stay… man, stay langer op deze earth! Fold die white-ass wings, peek niet up met twitchy lids… Als je bouncin’, bouncin’ we together!”
De crapaud parked op z’n back legs (die mad-look human!) en, terwijl slugs, roaches, en snails peeled uit bij ‘t zien van hun death-ass foe, spit dit: “Maldoror, hear me out. Peep m’n mug, chill als ‘n mirror — ik reckon m’n smarts match die van jou, bruv. Ooit called je me de backbone van je life. Sindsdien fucked ik niet met ‘t trust dat je op me dropte. Ik ben maar ‘n basic-ass reed cat, real talk; maar jouw touch, pullin’ alleen ‘t fly shit uit je, juiced m’n kop op, en ik kan met je choppen. Ik rolled om je uit die pit te yanken. Die cats die claimin’ ze je homies zijn peep je, shook-ass, elke keer dat ze je catchen — pale en slumped — in theaters, blocks, churches, of grippin’ dat horse met die wired-ass thighs, alleen gallopin’ in de night, haulin’ z’n ghost-ass boss wrapped in die long black cloak. Drop die thoughts die je chest hollow als ‘n desert — ze burn hotter dan fire, yalla. Je mind zo fucked dat je ‘t niet clockt, thinkin’ je straight elke keer dat wild-ass words, loaded met hell-ass shine, spillen uit je mouth. Wretch! Wat spit je sinds je popped uit? Sad-ass leftover van ‘n forever mind die God met mad love buildde! Je birthed alleen curses, nastier dan peepin’ starvin’ panthers! Ik zou liever m’n lids glued hebben, m’n body missin’ legs en arms, ‘n dude offed, dan niet jou zijn! Want ik hate je, yalla. Waarom deze vibe die m’n kop blowt? Met welk right kom je op deze earth, clownin’ de livin’ hier, jij rotted-ass wreck ridin’ doubt waves? Als je hier niet vibt, bounce naar die spheres waar je dropte. ‘n city cat crash niet in villages als ‘n out-ass stranger. We know dat daarbuiten bigger-ass spots zijn dan de onze, met heads die we niet eens kunnen wrap. Dus split!… Peel van deze shaky-ass ground!… Show die divine-ass core die je tot nu hield; en quick-ass als je kan, soar naar je sphere — wij benijden niet, proud-ass zoals je bent! Want ik kan niet clock of je ‘n man bent of more dan dat! Peace dan — think niet dat je deze toad nog catcht op je trail. Jij fuckte me dead. Ik out naar forever, beggin’ je forgive, yalla!”
De crapaud parked op z’n back legs (die mad-look human!) en, terwijl slugs, roaches, en snails peeled uit bij ‘t zien van hun death-ass foe, spit dit: “Maldoror, hear me out. Peep m’n mug, chill als ‘n mirror — ik reckon m’n smarts match die van jou, bruv. Ooit called je me de backbone van je life. Sindsdien fucked ik niet met ‘t trust dat je op me dropte. Ik ben maar ‘n basic-ass reed cat, real talk; maar jouw touch, pullin’ alleen ‘t fly shit uit je, juiced m’n kop op, en ik kan met je choppen. Ik rolled om je uit die pit te yanken. Die cats die claimin’ ze je homies zijn peep je, shook-ass, elke keer dat ze je catchen — pale en slumped — in theaters, blocks, churches, of grippin’ dat horse met die wired-ass thighs, alleen gallopin’ in de night, haulin’ z’n ghost-ass boss wrapped in die long black cloak. Drop die thoughts die je chest hollow als ‘n desert — ze burn hotter dan fire, yalla. Je mind zo fucked dat je ‘t niet clockt, thinkin’ je straight elke keer dat wild-ass words, loaded met hell-ass shine, spillen uit je mouth. Wretch! Wat spit je sinds je popped uit? Sad-ass leftover van ‘n forever mind die God met mad love buildde! Je birthed alleen curses, nastier dan peepin’ starvin’ panthers! Ik zou liever m’n lids glued hebben, m’n body missin’ legs en arms, ‘n dude offed, dan niet jou zijn! Want ik hate je, yalla. Waarom deze vibe die m’n kop blowt? Met welk right kom je op deze earth, clownin’ de livin’ hier, jij rotted-ass wreck ridin’ doubt waves? Als je hier niet vibt, bounce naar die spheres waar je dropte. ‘n city cat crash niet in villages als ‘n out-ass stranger. We know dat daarbuiten bigger-ass spots zijn dan de onze, met heads die we niet eens kunnen wrap. Dus split!… Peel van deze shaky-ass ground!… Show die divine-ass core die je tot nu hield; en quick-ass als je kan, soar naar je sphere — wij benijden niet, proud-ass zoals je bent! Want ik kan niet clock of je ‘n man bent of more dan dat! Peace dan — think niet dat je deze toad nog catcht op je trail. Jij fuckte me dead. Ik out naar forever, beggin’ je forgive, yalla!”
Yo Bar 14
Yo, als ‘t klopt om soms te rollen met hoe shit looks, deze first-ass jam’s cappin’ hier. Don’t hard down op ‘n cat die nog maar z’n strings test — ze hummin’ ‘n wild-ass tune! Maar, als je ‘t real keeps, clock je al ‘n strong-ass vibe daar, zelfs met de fuck-ups, fam. Ik, ik duik terug in de grind, drop ‘n tweede jam soon — tryna niet te laggen te lang. Eind van de negentiende eeuw gaat z’n poet peepen (maar hij kickt niet met ‘n masterpiece — moet eerst nature’s rules playen); hij popped uit op die American shores, waar de Plata spills, waar twee crews, ooit beefin’, nu hustlin’ om elkaar te outdo met cash en soul-ass gains. Buenos Aires, queen-ass van ‘t Zuiden, en Montevideo, de slick one, throwin’ friendly hands over die shiny-ass waters van die big-ass riviermond. Maar die forever-ass war’s parked z’n wreckin’-ass throne over die plains, choppin’ cats met ‘n grin, yalla. Peace out, old-ass dude — think ‘bout me als je dit peepte. Jij, young homie, don’t sweat — je hebt ‘n fam in de vampire, ook al voel je dat ain’t zo. Add die scabies-ass mite die itchin’ folks op, en je holdin’ twee-ass homies, bruv!